Ook al gaat mijn weg
door een diep dal van duisternis heen,
Uw liefde drijft de angst uit in mij.
Ook al loop ik vast
overvallen door een hevige storm,
ik keer niet om want U bent nabij.
En ik vrees een gevaren meer,
met mijn God steeds aan mijn zij.
Voor wie zou ik nog vrezen?
Hij is toch bij mij?
Nooit meer, nooit meer alleen,
loop ik door de stormen.
Nooit meer, nooit meer alleen,
op de berg of in de dalen.
Nooit meer, nooit meer alleen;
Heer, U laat mij nooit meer alleen.
En ik zie al de glans,
in de verte, van het stralende licht.
Dat schijnt voor elk die volhoudt en wacht
Maar tot aan die dag dat de schepping
wordt bevrijd van de pijn,
blijf ik U prijzen. |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten